Wordt een kind dat je begeleidt ook vaak boos of is het bruter en onbeheerster dan nodig? Het kan ook zijn dat het eerder schuchter, onzeker of teruggetrokken is. Lijkt het niet te willen luisteren of te willen kijken als je het kind aanspreekt? Struikelt het vaak en maakt het dingen stuk? Maakt het kind zelf veel lawaai en kan het niet verdragen dat anderen lawaai maken? Kan het kind niet stil zitten en zich concentreren of is het juist heel braaf en wil het onopgemerkt blijven? Kan het zich niet alleen bezig houden of is het moeilijk om met vriendjes te spelen?
Dit zijn enkele voorbeelden van situaties waarin een kind hulp kan gebruiken om zichzelf te reguleren. Het kan ook zijn dat het kind nog niet de nodige vaardigheden heeft waardoor we het een tijdje begeleiden om deze vaardigheden te ontwikkelen.
Wat is het voordeel van zelfregulatie?
Een kind dat in staat is tot zelfregulatie is een kind dat zich kan aanpassen aan veranderende situaties, zich gepast kan uiten, dat nieuwe dingen kan leren, zich kan inleven in zijn omgeving, met vrienden kan spelen en kan communiceren.
Een ander voordeel is dat ze gemakkelijker met uitdagende situaties kunnen omgaan. Denk hierbij bv. aan het negeren van afleiding om zich te concentreren op een taak, kunnen omgaan met een spel of wedstrijd verliezen zodat andere kinderen met hen willen blijven spelen.
Wanneer grijp je in?
Wanneer een kind uit balans is en problemen heeft met zijn zelfregulatie is zijn belangrijkste focus meestal overleven. Ze kunnen zich dan niet meer flexibel aanpassen aan de situatie. De sleutel is dus proactief zijn, al op voorhand ingrijpen in plaats van reactief of achteraf iets te doen zoals reageren op het gedrag.
Als het kind uit balans is en zichzelf niet kan reguleren om terug in balans te geraken, dan is het nodig dat je het kind ondersteunt.
Hoe kan je een kind ondersteunen om tot zelfregulatie te komen?
Tip 1
Onderzoek wat hun triggers zijn bij ongepaste reacties. Bv. Een kind dat schopt, slaat of bijt als anderen te dicht bij komen of hen onverwacht aanraken.
Tip 2
Zodra je hun triggers kent, kan jij je daarop voorbereiden en bekijken hoe je hen begeleidt. Je gaat dan met hen in verbinding en spreekt van daaruit. Bv. als een kind vaak uitbarst door iets heel spannend te vinden en je merkt dat aan zijn houding dan vertel je dit op een rustig moment. Je spreekt dan af wat je gaat doen als je die houding ziet. Na een tijdje zal het kind hier zelfstandig met kunnen omgaan. Zo kom je van co- regulatie naar zelfregulatie.
Tip 3
Laat kinderen zien hoe je reageert en hoe je een probleem oplost. Kinderen leren van het kijken naar volwassenen en van met hen in interactie gaan. Durf ook te laten zien hoe je met je eigen fouten omgaat. Ook hier kunnen ze van leren.
Tip 4
Bied sensorische strategieën aan: door inzicht te hebben in een kind zijn sensorische noden kan je hen strategieën bieden om ‘hun potje te vullen’. Als een kind bv. regelmatig beweging nodig heeft bij het huiswerk maken, laat je het bv. na een rij oefeningen maken springen. Als het lichaam krijgt wat het nodig heeft, creëer je mentale ruimte om na te denken, te plannen, creatief te zijn, …
Extra tip
Als het voorgaande nog niet voldoende is kan je ook de omgeving aanpassen. Afhankelijk van hun zintuiglijke profiel kan de omgeving soms overweldigend en afleidend voor een kind zijn. Als een kind bv. snel afgeleid is door wat het ziet, kan je voor rustige muren zorgen en zo weinig mogelijk mensen in hun omgeving die bewegen.
Er zijn veel manieren waarop we de zelfregulatie kunnen verbeteren, in mijn cursussen leer je daar meer over, hier kreeg je al een inkijk.