Onze huid is een zintuig met verschillende receptoren die o.a. op aanraking reageren. De manier waarop we aanraken kan je als een taal zien waarop we heel verschillend kunnen reageren. Bovendien is aangeraakt worden een levensbehoefte.

Het belang van aanraken   

Onze huid is het grootste zintuig van ons lichaam en registreert o.a. aanraking, druk, trilling,  warmte en pijn. De huid slaat herinneringen op en zorgt ervoor dat de aanraking wordt gekoppeld aan een gevoel. Prettige ervaringen werken rustgevend en willen we ook liefst opnieuw ervaren. Hierbij spelen de mechanoreceptoren een belangrijke rol. Door tedere, zachte aanrakingen komt nl. oxytocine vrij waardoor een gevoel van welbevinden ontstaat.

Al van in het prille begin speelt onze huid een cruciale rol. Zo weten we dat een embryo van slechts 5 weken al tastprikkels kan waarnemen met zijn lippen of neus als bv. papa zijn hand op de buik legt.

Ook binnen de wetenschap is hierover consensus: huidcontact is een levensbehoefte en heeft positieve effecten op lichaam en geest.       

De taal van het lichaam en de manier van aanraken

Door de huid ervaart het kind echter niet alleen prettige en onprettige prikkels van buitenaf; het ervaart ook keer op keer de grens van het eigen lichaam.

Na de geboorte bevindt het kind zich voor het eerst in een open ruimte. Door de aanraking met de ander voelt het kind dat zijn lichaam begrensd is. De huid is hier dus het raakvlak tussen 2 mensen. Het is een raakvlak waar heel veel boodschappen over en weer worden gegeven zoals: hoe is de spierspanning van de baby, gebeurt de verzorging eerder bruut of zacht,..

Zonder woorden is er dus ook taal: de taal van het lichaam. Omdat we deze vaak niet meer bewust gebruiken, gaat er vaak communicatie verloren.

Om deze taal te leren moeten we stilstaan bij de manier waarop we aanraken. Hóe we aanraken speelt nl. een belangrijke rol.

De hand bestaat uit de handpalm, de handrug en de vingers. Terwijl de handpalm enkel een tastfunctie heeft, hebben de vingers naast de tast- ook een grijpfunctie. Enkel met de handpalm aanraken is dus vaak veiliger voor het kind. Bij het aanraken met de volledige hand (ook met de vingers) zit het kind vast in de greep van de ander en kan dit angstreacties teweeg brengen.

Wanneer we het kind op een meer dwingende manier vastnemen kan het kind niet meewerken. Het zal :

– vluchten: de spieren worden slap, het voelt zwaar en passief,

– vechten: de spieren zijn samengebald, het kind trekt zijn arm actief en stevig tegen zich aan, zijn hand is in een vuist,

–  ofwel een bevriesreactie vertonen: de arm is stijf, je kunt hem niet buigen, het kind ligt stil.

Bovendien is het zo, dat je nooit enkel en alleen met je handen aanraakt; wel met je hele lichaam. Je eigen spanning in je lichaam is voelbaar via je handen. Het is belangrijk dat je goed in je vel zit.

We moeten er ook rekening mee houden, dat opgetild en gedragen worden voor elk kind belangrijk is in zijn ontwikkeling.

Tot slot is het belangrijk om voorspelbaar aan te raken. Bij het afvegen van de mond bv. is het goed om het kind van voor te benaderen zodat het kind je ziet aankomen. Dit zorgt voor voorspelbaarheid en rust. Denk maar aan het kind dat zich wegtrekt bij het proper maken van zijn neus of mond. Het kan helpen als je de wrijfbeweging start t.h.v. het oor en zo met een voldoende druk wrijft richting de neus of mond. Een andere optie is het kind aan te leren hoe het zelf zijn neus of mond proper kan maken.

Kwetsbare vs. neutrale plekken om aan te raken  

Naast het waarom en het hoe is het ook belangrijk om stil te staan bij de plaats waar we aanraken.

Een lichte impuls op de juiste plaats kan heel wat vertellen. Als je bij het verschonen bv. een tikje geeft onder de billen van het kind, heft het kind zijn billen op. Tijdens een wandeling kan een hand op de voorkant van de schouder of arm duidelijk maken dat het kind moet stoppen. Ook vragen stellen kan a.d.h.v. gebaren. Als je je hand uitsteekt begrijpt het kind dat het iets moet geven. Op die manier geven we kinderen meer ruimte om – ook zonder taal – zélf dingen te doen en dus sneller te ontwikkelen.

Er zijn echter ook plekken waar we voorzichtig mee om moeten springen.

Machtsplekken zijn plekken op het lichaam die bij aanraking een verslapping teweeg brengen in de spieren. De nek, de plek net onder de elleboog en onder de kin zijn daar voorbeelden van. Bij kinderen die hun hoofd nog niet zelf kunnen ophouden is de nek echter geen machtsplek.

Kwetsbare plekken zijn het gezicht en de buik.

Tot slot merken we ook op, dat er een verschil is tussen aanraken ónder of óp een lichaamsdeel. Óp een lichaamsdeel: geeft rust, je nodigt het kind uit om niets te doen, in rust te blijven . Onder een lichaamsdeel: je vraagt naar actie.

Een uitzondering op het vorige vormen de oksels: als je het kind optilt onder de oksels gaat het hangen en wordt het lichaam zwaar, passief en slap. Geef je ondersteuning aan de stuit (aan de basis), dan strekt het zich omhoog en wordt het zo licht mogelijk.

Deze blog werd geschreven door Hanne Vaneeckhout. Zij heeft geen praktijk meer maar werkt nu wel nog in het buitengewoon onderwijs. Daar heeft ze veel aandacht voor de prikkelverwerking bij de kinderen die ze begeleidt.

Heb je vragen over het tastzintuig of wil je begeleiding rond de verwerking van tastprikkels? Contacteer dan één van onze therapeuten via https://prikkelsomtegroeien.be/over-ons/

Interessant voor jou...

juni 21, 2024

Zowel jij die dit leest als alle andere mensen om je heen, jong of oud, moeten prikkels verwerken. Zie je

Wat is zintuiglijke prikkelverwerking en hoe begrijp je prikkelverwerkingsproblemen?

juni 20, 2024

Inleiding Hoogbegaafdheid is een complex en vaak verkeerd begrepen concept dat verder gaat dan enkel een hoog IQ. In het

Hoogbegaafdheid en Sensorische Integratie

mei 15, 2024

Onze huid is een zintuig met verschillende receptoren die o.a. op aanraking reageren. De manier waarop we aanraken kan je

Onze huid en de taal van aanraken bij het jonge kind
nieuwsbrief

Ontvang jij graag de laatste blogs?